Het ontstekingssysteem vormt het hart van de verbrandingsmotor en zorgt voor de vonk die het brandstof-luchtmengsel ontsteekt. In de afgelopen 115 jaar is de ontstekingstechnologie geëvolueerd van eenvoudige mechanische contactpunten tot geavanceerde elektronische verdelers, met verbeterde betrouwbaarheid, precisie en onderhoudsgemak. Deze vooruitgang weerspiegelt zowel de technologische ontwikkelingen als de vindingrijkheid van liefhebbers die klassieke voertuigen in leven houden.

Kettering en de mechanische verdeler

Het moderne ontstekingssysteem begon met Charles F. Kettering, die in 1910 het batterij- en spoelontstekingssysteem ontwikkelde, later bekend als het Delco-systeem. Daarvoor gebruikten veel auto’s magneto’s, die goed werkten maar het starten moeilijk maakten en minder controle boden.
Ketterings ontwerp, aangedreven door de accu van het voertuig, leverde een stabielere, betrouwbaardere vonk en werd al snel de industriestandaard.

Zijn systeem combineerde vier belangrijke componenten: een bobine, contactpunten, een condensator en een verdeler.

  • De contactpunten openden en sloten mechanisch om de stroom door de bobine te onderbreken, gestuurd door nokken op de verdeleras.
  • De condensator (condensator) verminderde vonkvorming bij de punten en verlengde zo hun levensduur.
  • De ontstekingsbobine verhoogde de lage accuspanning tot de hoge spanning die nodig was voor de vonk (functionerend als transformator).
  • De verdeler stuurde die spanning op precies het juiste moment naar elke bougie.

Hoewel het een grote verbetering was ten opzichte van eerdere systemen, vereiste het regelmatig onderhoud: contactpunten sleten, de timing kon verlopen en afstellingen maakten deel uit van het routineonderhoud. Toch werd Ketterings ontwerp decennialang de wereldwijde standaard en de basis van mechanische verdelers overal.

Frédéric MICHEL and PiRK, CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons

De opkomst van elektronische ontsteking

In de jaren 1960 wilden autofabrikanten het onderhoud verminderen en de consistentie van de vonk verbeteren. Getransistoriseerde ontstekingssystemen vervingen de mechanische punten door halfgeleiders, terwijl condensatorontstekingssystemen (CDI) energie in een condensator opsloegen en die in korte, krachtige pulsen ontlaadden. Deze innovaties luidden het elektronische tijdperk in, met sterkere en betrouwbaardere vonken en minder onderhoud.

In de jaren 1970 verdwenen de bewegende punten volledig. Magnetische of Hall-sensoren detecteerden de positie van de krukas of nokkenas, en elektronische modules beheerden het ontstekingstijdstip. Dit resulteerde in meer precisie, betere prestaties en minder slijtage — hoewel de vroege systemen vaak externe modules vereisten, wat het klassieke uiterlijk van de motor kon veranderen.

Nederlandse innovatie: 2CV en 123ignition

Rond de eeuwwisseling ontwikkelden de Nederlandse ingenieurs Albert en Ron (van Albertronic) een volledig elektronische verdeler voor de Citroën 2CV, die moderne precisie combineerde met het traditionele verdelerontwerp.
Prototypes werden getest samen met leden van ’t Eendeëi, een 2CV-club in Rotterdam. Onder hen was Leen (nu eigenaar van 123ignitionshop), die feedback gaf tijdens de ontwikkeling en later voorstelde om de technologie aan te passen voor andere klassieke voertuigen.

Moderne elektronische verdelers

123ignition behoudt het traditionele verdelerhuis maar integreert microcontrollergestuurde elektronica. Belangrijke kenmerken zijn:

  • Ontstekingtiming met microseconde-nauwkeurigheid, automatisch aangepast aan toerental en belasting.
  • Volledig geïntegreerde elektronica, zonder externe modules.
  • Programmeerbare vervroegingscurven en, bij sommige modellen, Bluetooth-connectiviteit voor monitoring en aanpassing.

Het resultaat is een systeem dat het klassieke uiterlijk behoudt, maar moderne betrouwbaarheid en prestaties biedt. Voor klassieke motoren betekent dit een soepelere loop, makkelijker starten en minder onderhoud.

Historische betekenis

De evolutie van Ketterings mechanische contactpunten naar getransistoriseerde, CDI- en volledig elektronische verdelers vertegenwoordigt meer dan een eeuw aan technologische vooruitgang. Elke stap loste tekortkomingen van de vorige op en verbeterde betrouwbaarheid, timingnauwkeurigheid en duurzaamheid.
Voor liefhebbers van klassieke auto’s betekent dit dat hun motoren soepel en betrouwbaar kunnen lopen zonder afbreuk te doen aan de historische authenticiteit. De vonk die begon met Ketterings uitvinding brandt vandaag de dag nog steeds — versterkt door moderne elektronica die het oorspronkelijke ontwerp respecteert, maar profiteert van hedendaagse technologie.